Begroting 2019

Verschillenanalyses

Verschillen van meer dan 10% op het niveau van deelprogramma tussen de begroting 2019 en de begroting 2018 (primitief) worden toegelicht. Daarbij geldt een minimum van € 75.000. Verschillen van meer dan € 250.000 worden altijd toegelicht. De lasten en baten worden voor de vergelijking niet gesaldeerd.

Algemeen

In het algemeen kan gesteld worden, dat verschillen tussen de begroting 2019 en de begroting 2018
in de lasten en baten van deelprogramma’s zijn veroorzaakt door de loon- en prijscompensatie die is doorvertaald naar de programma's van respectievelijk 3,0% en een 2,4%.
In het overzicht van baten en lasten zijn ook posten opgenomen onder de programmabrede kosten. Hier worden de saldi van de kostenplaatsen van de diverse deelprogramma’s verwerkt die ontstaan uit mutaties in apparaat- en overheadkosten. De kostenverdeling is gebaseerd op de prognose van de urenverdeling in 2018. Dit kan ook leiden tot een verschuiving van lasten tussen de programma's.

De overige verschillen kunnen worden toegelicht op basis van de volgende mutaties:
-wijzigingen die zijn ontstaan als gevolg van reeds begrote mutaties in de meerjarenraming conform
eerdere besluitvorming bij vaststelling van de begroting 2018;
-wijzigingen als gevolg van besluitvorming na vaststelling van de begroting 2018 (bijv.collegeprogramma 2018-2022)
-mutaties in budgetten die gerelateerd zijn aan de uitwerking van de begrotingsrichtlijnen zoals de actualisatie van budgetten op basis van demografische kerngegevens (p x q);
-de effecten en taakmutaties van de landelijke ontwikkeling op de Algemene Uitkering en specifieke uitkeringen van het Rijk/ Provincie;
-budgetneutrale wijzigingen in de kostenverdeling tussen de verschillende (deel)programma’s.

Samen leven

00.01

Toegang & transformatie

3.225

3.856

631

00.02

Jeugd en onderwijs

14.867

14.123

-744

387

378

9

00.03

Wmo

9.436

9.837

401

1.487

1.508

-20

00.04

Werk

1.501

1.474

-26

311

355

-44

00.05

Inkomen

11.368

12.288

920

7.238

7.796

-558

00.06

Sport & gezondheid

5.978

5.899

-79

1.398

1.389

9

00.07

Kunst en cultuur

2.288

2.474

186

235

241

-6

00.99

Programmabrede kosten

194

67

-126

Totaal

48.857

50.020

1.163

11.057

11.667

-610

Deelprogramma 01 Toegang & transformatie
In 2016 en 2017 is het Sociaal Team Houten als projectmatige organisatie in de begroting opgenomen. Het besluit over de verzelfstandiging van het Sociaal Team (stichting) eind 2018 is genomen. Op basis daarvan is de begroting aangepast. Deze wijziging heeft pas plaatsgevonden nadat de primitieve begroting 2018 al was opgesteld. Hierin hebben diverse budgetverschuivingen vanuit voornamelijk het deelprogramma ‘jeugd & onderwijs’ en ‘Wmo’ plaatsgevonden. Deze budgetverschuivingen zijn wel in de begroting van 2019 verwerkt (toename van € 1,33 miljoen in 2019).

In de Perspectiefnota 2017 is voor het Houtens Werkbedrijf budget beschikbaar gesteld; in 2018 € 0,225 miljoen. Ditzelfde geldt voor het project ‘Sterke buurten’ (€ 0,1 miljoen in 2018). Vandaar dat de begroting 2019 € 0,325 miljoen lager is dan in 2018.

De actualisatie van de kostentoerekening van apparaat- en overheadkosten heeft tot een verlaging ten opzichte van 2018 geleid binnen dit deelprogramma, namelijk € 0,39 miljoen.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben tot een verhoging van de begroting 2019 geleid (toename van de lasten met € 0,016 miljoen).

Deelprogramma 02 Jeugd en onderwijs
In het kader van de besluitvorming over de verzelfstandiging van het Sociaal Team heeft na het vaststellen van de primitieve begroting 2018 een budgetverschuiving vanuit dit deelprogramma naar het deelprogramma ‘Toegang & transformatie’ plaatsgevonden van € 0,5 miljoen. Vandaar dat de lastenbegroting 2019 € 0,5 miljoen lager is dan de primitieve begroting 2018.

Ten behoeve van de bestedingsvoorstellen voor jeugd is in 2018 een onttrekking uit de bestemmingsreserve Programma Transities in Samenhang begroot van € 0,6 miljoen en in 2019 voor € 0,2 miljoen. De begrote uitgaven 2019 voor jeugd zijn daardoor dus per saldo € 0,4 miljoen lager.

De actualisatie van de kostentoerekening van apparaat- en overheadkosten heeft tot een verhoging van de lastenbegroting ten opzichte van 2018 geleid binnen dit deelprogramma, namelijk € 0,09 miljoen.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben tot een verhoging van de begroting 2019 geleid (toename van de lasten met € 0,07 miljoen en afname van de baten met € 0,01).

Deelprogramma 03 Wmo
In het kader van de besluitvorming over de verzelfstandiging van het Sociaal Team heeft na het vaststellen van de primitieve begroting 2018 een budgetverschuiving vanuit dit deelprogramma naar het deelprogramma ‘Toegang & transformatie’ plaatsgevonden van € 0,42 miljoen. Vandaar dat de begroting 2019 € 0,42 miljoen lager is dan de primitieve begroting 2018.

Het uitgavenbudget voor dit deelprogramma is in 2019 met € 0,34 miljoen verhoogd ten opzichte van de primitieve begroting 2018 in verband met de toegekende rijksuitkeringen voor de extra taken als gevolg van de decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo. In de meicirculaire 2017 (uitgangspunt voor de primitieve begroting 2018) is een bedrag van € 4,25 miljoen toegekend voor 2018 en in de meicirculaire 2018 (uitgangspunt voor de primitieve begroting 2019) is € 4,58 miljoen toegekend voor 2018.

In de afgelopen circulaires is een verhoging van onze integratie uitkering Wmo (voornamelijk huishoudelijke hulp) toegekend van € 0,2 miljoen voor 2019.

De actualisatie van de kostentoerekening van apparaat- en overheadkosten heeft tot een verhoging van de lasten ten opzichte van 2018 geleid binnen dit deelprogramma, namelijk € 0,23 miljoen.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben tot een verhoging van de begroting 2019 geleid (toename van de lasten met € 0,05 miljoen en toename van de baten met € 0,02 miljoen).

Deelprogramma 04 Werk
De verschillen bij dit deelprogramma zijn kleiner dan € 0,075 miljoen. Vandaar dat er geen toelichting is opgenomen.

Deelprogramma 05 Inkomen
Er heeft een verschuiving plaatsgevonden vanuit het deelprogramma ‘programmabrede kosten’ naar dit deelprogramma na het opstellen van de primitieve begroting 2018. Het betreft de begrotingspost ‘bijzondere bijstand kwetsbare groepen’ ad. € 0,09 miljoen.

Het BUIG-budget is aangepast naar aanleiding van de voorlopige vaststelling SZW. Als gevolg hiervan zijn zowel de lasten- als de baten met € 0,65 miljoen verhoogd. Daarnaast is er met ingang van 2019 € 0,2 miljoen aan de lastenbegroting toegevoegd op basis van het besluit over het ‘Financieel kader 2019-2022’ (Financiering uitvoering wet BUIG).

Kinderopvang De Beun is in 2017 verkocht. Vandaar dat zowel de lasten- (afname van € 0,05 miljoen) als batenbegroting (afname van € 0,08 miljoen) op nul zijn gezet.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een toename van de lasten met € 0,03 miljoen en afname van € 0,01 miljoen van de baten.

Deelprogramma 06 Sport & gezondheid
In het laatste kwartaal van 2017 heeft de aanbesteding van het beheer en exploitatie van het Zwembad De Wetering plaatsgevonden. De resultaten hiervan zijn verwerkt in de meerjarenbegroting. Dit heeft in de begroting 2019 geleid tot een verlaging van de lasten met € 0,15 miljoen en verlaging van de baten met € 0,03 miljoen (per saldo € 0,12 miljoen).

De bijdrage van Houten aan de GGDrU is met ingang van 2019 met € 0,115 miljoen verhoogd (voornamelijk door loon- en prijsindexatie, stijging kindaantallen (kindbijdrage) en bedrag voor Rijksvaccinatieprogramma).

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een afname van de lasten met € 0,04 miljoen en toename van € 0,02 miljoen van de baten.

Deelprogramma 07 Kunst en cultuur
In het collegeprogramma 2018-2022 is besloten om aan de begroting 2019 € 0,065 miljoen toe te voegen in kader van een 'laagdrempelige bibliotheek' (paragraaf 3.4.8) en € 0,035 miljoen in kader van 'cultureel erfgoed en cultuureducatie' (paragraaf 3.4.6).

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een toename van de lasten met € 0,09 miljoen en toename van € 0,01 miljoen van de baten.

Deelprogramma 99 Programmabrede kosten
Er heeft een verschuiving plaatsgevonden vanuit dit deelprogramma naar het deelprogramma 'inkomen’ na het opstellen van de primitieve begroting 2018. Het betreft de begrotingspost ‘bijzondere bijstand kwetsbare groepen’ ad. € 0,09 miljoen.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een afname van de lasten met € 0,04 miljoen.

Duurzame leefomgeving

02.01

Woningen

260

365

105

15

14

1

02.02

Commerciële voorzieningen en horeca

546

552

6

242

213

29

02.03

Leefomgeving

6.655

7.483

828

3.084

3.228

-144

02.04

Gebiedsinrichting

26.308

26.194

-114

24.599

24.617

-18

02.05

Duurzaamheid & energietransitie

5.699

6.342

643

4.585

5.224

-638

02.06

Landschap en recreatie

381

426

45

13

13

02.07

Cultuurhistorie en archeologie

875

935

60

369

389

-20

02.99

Programmabrede kosten

370

314

-56

Totaal

41.094

42.611

1.517

32.907

33.697

-790

Deelprogramma 02.01 Woningen
De kosten voor de ontwikkelingen van de stedenbouwkundige visie € 0,1 miljoen van 2018  zijn voor een deel doorgeschoven naar 2019 omdat in 2018 gebruik is gemaakt van de restantbudget uit 2017.

Deelprogramma 02.03 Leefomgeving
Als gevolg van het omzetten van de voorziening Beheer Openbare Ruimte naar de Bestemmingsreserve Beheer Openbare Ruimte is € 0,3 miljoen aan de lasten toegevoegd. Hiertegenover staat een hogere onttrekking reserves.
Voor het behoud en uitbreiding van groen, (bio)diversiteit, bestrijding van wateroverlast en onkruidbestrijding waardoor er sprake is van een mooier aanzien van onze openbare ruimte, is structureel € 0,2 miljoen beschikbaar gesteld (Collegeprogramma 2018-2022).
Bij het beleidsterrein riolering zijn de kosten (ca € 0,1 miljoen) hoger als gevolg van hogere afschrijvingslasten op investeringen. Hiertegenover staat aan de batenkant een hogere opbrengst rioolrechten.

Aan de baten-zijde is als gevolg van de hogere lasten voor het beleidsterrein riool ook een hogere opbrengst noodzakelijk vanuit de rioolrechten (ca € 0,1 miljoen). Per saldo is het beleidsterrein riool budgetneutraal.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een toename van de lasten met € 0,2 miljoen en de baten met € 0,05 miljoen.

Deelprogramma 02.04 Gebiedsinrichting
Voor de ontwikkeling van het buitengebied is in 2018 een bedrag van € 0,1 miljoen voor de 2e en laatste  tranche (perspectiefnota 2017) toegevoegd aan de exploitatie (dekking bestemmingsreserve Fonds Buitengebied). De lasten nemen af door het vervallen van deze post in 2019.

Deelprogramma 02.05 Duurzaamheid & energietransitie
Als gevolg van de groei van Houten stijgen de lasten voor afvalinzameling geleidelijk (formatieve inspanning en budgetten). Echter, recentelijk zijn er, na aanbesteding door de AVU, nieuwe contracten afgesloten voor inzameling van papier en restafval die leiden tot structureel hogere lasten. Ook is er sprake van fors hogere verbrandingsbelasting en is het verwerken van kunststof ook duurder geworden. Per saldo is het totale effect op de lasten van afvalinzameling € 0,63 miljoen.

Aan de baten-zijde is als gevolg van de hogere lasten voor afvalinzameling, naast opbrengsten uit de verschillende afvalstromen, ook een hogere opbrengst noodzakelijk vanuit de afvalstoffenheffing (€ 0,63 miljoen). Dit leidt tot een verhoging van het tarief per huishouden.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een toename van de lasten met € 0,01 miljoen en een toename van de baten met € 0,01 miljoen.

Goede bereikbaarheid

03.01

Verkeersbeleid

83

137

54

15

1

14

03.02

Autoverkeer

3.191

2.853

-338

33

37

-4

03.03

Fietsverkeer

690

890

200

485

422

63

03.04

Openbaar vervoer

11

11

03.99

Programmabrede kosten

Totaal

3.974

3.891

-83

533

460

73

Programma 03 Bereikbaar

Deelprogramma 03.02 Autoverkeer
Als gevolg van het omzetten van de voorziening Beheer Openbare Ruimte naar de Bestemmingsreserve Beheer Openbare Ruimte heeft een herverdeling van de lasten tussen verschillende deelprogramma's plaatsgevonden.

Deelprogramma 03.03 Fietsverkeer
Als gevolg van het omzetten van de voorziening Beheer Openbare Ruimte naar de Bestemmingsreserve Beheer Openbare Ruimte heeft een herverdeling van de lasten tussen verschillende deelprogramma's plaatsgevonden.

Veilige leefomgeving

04.01

Sociale veiligheid en Openbare orde

1.073

1.131

58

343

355

-12

04.02

Fysieke veiligheid

2.443

304

-2.140

12

12

04.03

Crisisbeheersing

91

2.305

2.214

04.99

Programmabrede kosten

95

66

-29

Totaal

3.702

3.806

103

355

367

-12

Deelprogramma 04.01 Sociale veiligheid en Openbare orde
De verschillen bij dit deelprogramma zijn kleiner dan € 0,075 miljoen. Vandaar dat er geen toelichting is opgenomen.

Deelprogramma 04.02 Fysieke veiligheid
Er heeft een budgetverschuiving plaatsgevonden vanuit dit deelprogramma naar het deelprogramma 'Crisisbeheersing'. Het betreft de begrotingspost 'bijdrage Houten aan de VRU' (€ 2,17 miljoen in 2019).

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een toename van de lasten met € 0,03 miljoen.

Deelprogramma 04.03 Crisisbeheersing
Er heeft een budgetverschuiving plaatsgevonden vanuit het deelprogramma 'Fysieke veiligheid' naar dit deelprogramma. Het betreft de begrotingspost 'bijdrage Houten aan de VRU' (€ 2,17 miljoen in 2019).

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een toename van de lasten met € 0,04 miljoen.

Deelprogramma 04.99 Programmabrede kosten
De verschillen bij dit deelprogramma zijn kleiner dan € 0,075 miljoen. Vandaar dat er geen toelichting is opgenomen.

Betrokken bij de samenleving

05.01

Politiek en bestuur

2.486

2.634

148

1

1

05.02

Dienstverlening

1.741

1.701

-40

869

507

362

05.99

Programmabrede kosten

Totaal

4.226

4.335

109

870

508

362

Deelprogramma 05.01 Politiek en bestuur
De lasten van het deelprogramma Politiek en bestuur zijn € 0,15 miljoen hoger dan in 2018. Dat wordt voor het grootste gedeelte verklaard door de beleidsambities die in het collegeprogramma 2018 -2022 staan. Voor het “Initiatievenbudget” is € 0,075 miljoen begroot. Verder is € 0,05 miljoen geraamd voor “Meedenken en Samenwerken”. € 0,01 miljoen geraamd voor het ondersteunen van evenementen rond Koningsdag, dodenherdenking en Bevrijdingsdag, maar ook de activiteiten van het veteranencomité. Ook is er € 0,01 miljoen voor “verdere vernieuwing interne bestuursstijl” geraamd.  

05.02 Dienstverlening
De baten van het deelprogramma Dienstverlening zijn € 0,36 miljoen lager dan in 2018. Dit wordt bijna in zijn geheel verklaard door lagere baten voor rij- en reisdocumenten als gevolg van aanpassing van de prognose van de af te geven documenten.

Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie

A1

Lokale heffingen

621

631

10

12.295

12.689

-394

A2

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds

99

42

-57

53.604

57.115

-3.510

A3

Overhead

11.381

12.100

719

181

216

-34

A4

Saldo financieringsfunctie

190

76

-114

107

44

63

A6

Overige baten en lasten

1.579

2.076

497

1.242

1.125

117

A7

Onvoorzien

61

62

Totaal

13.931

14.987

1.056

67.430

71.188

-3.758

Programmareserves

00.

Samen leven

500

500

1.172

439

734

02.

Duurzame leefomgeving

1.275

1.159

-116

868

791

77

03.

Goede bereikbaarheid

2.492

2.492

3

1.227

-1.225

04.

Veilige leefomgeving

95

95

05.

Betrokken bij de samenleving

A

Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie

930

782

-148

2.698

4.143

-1.444

Totaal

2.205

4.933

2.728

4.836

6.694

-1.858

Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie
Lokale heffingen
De hogere opbrengsten lokale heffingen € 0,4 miljoen ten opzichte van de primitieve begroting 2018 worden naast de reeds eerder onder algemeen vermelde prijscompensatie van 2,4% ook veroorzaakt door een hogere opbrengst door areaaluitbreiding(meer woningen).

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds
Ten opzichte van de primitieve begroting 2018 is de algemene uitkering in 2018 € 3,5 miljoen hoger. De hoogte van de algemene uitkering 2019 wordt bepaald door de door het rijk uitgebrachte maart, mei en septembercirculaires uit diverse jaren. De ontwikkeling van de algemene uitkering op basis van het regeerakkoord 2017-2021 ‘Vertrouwen in de toekomst’ is positief. In uitwerking op het regeerakkoord is op 14 februari 2018 het Interbestuurlijk programma (IBP) ‘Samen meer bereiken als één overheid’ gepubliceerd. Door de snelle totstandkoming van het IBP is op 20 maart 2018 een extra rijkscirculaire (maartcirculaire 2018) gepubliceerd. Hierin zijn de financiële gevolgen van het regeerakkoord en het IBP verwerkt. Dit is een van de voornaamste oorzaak van de stijging.

Overhead
De hogere kosten overhead € 0,7 miljoen ten opzichte van de primitieve begroting 2018 worden naast de reeds eerder onder algemeen vermelde looncompensatie van 3,0% ook veroorzaakt door een versterking van de formatie van de staf op diverse vakgebieden. Daarnaast zijn er hogere kosten ICT door aanpassingen i.v.m. wettelijke eisen.

Saldo financieringsfunctie
Het saldo financieringsfunctie is € 0,1 miljoen lager dan de primitieve begroting 2018. Dit ontstaat door lagere te betalen rente op leningen lang. Deze rente wordt op basis van 1,5% omslagrente, hetzelfde percentage als in 2018, door belast aan de vaste activa. Hierdoor daalt het negatieve saldo financieringsfunctie.

Overige baten en lasten
De hogere lasten bij overige baten en lasten ten opzichte van de primitieve begroting 2018 van € 0,5 miljoen worden vooral veroorzaakt door de bij de vaststelling van de jaarrekening 2017 door de raad besloten teruggaaf aan de burgers van de bestemmingsreserve economische crisis(0,5 miljoen in 2019 en 2020). De lagere baten van € 0,1 miljoen doordat er geen begroting meer is opgenomen voor de dienstverlening ICT WIL.

Mutatie Programmareserves
De stortingen in de programmareserves in 2019 zijn € 2,7 miljoen hoger en de onttrekkingen zijn
€ 1,9 miljoen euro hoger ten opzichte van de primitieve begroting 2018. Het verschil in onttrekkingen is als volgt te verklaren.

Programma Samen leven
De storting in de bestemmingsreserves is in 2019 € 0,5 miljoen hoger dan in 2018.
Dit betreft alleen de storting in de bestemmingsreserve transities in samenhang € 0,5 miljoen inzake de beleidsambities collegeprogramma 2018-2022 Houtense werktafel en diverse onderwerpen.  
De onttrekking uit bestemmingsreserves is in 2019 € 0,7 miljoen lager dan in 2018.
In het Programma Sociale Kracht 2017-2020 is voorgesteld om de bestemmingsreserve transities in samenhang de komende jaren in te zetten als innovatie- en egalisatiereserve. Vanuit de innovatiereserve werd in 2018 nog € 0,2 miljoen gezet voor het project Meedoen naar vermogen:Houtense werktafel en € 0,1 miljoen voor Sterke buurten zijn in 2019 vervallen.
In de verdeling van de integratie uitkering jeugd is voor 2019 een onttrekking uit de bestemmingsreserve Programma Transities in Samenhang begroot van € 0,2 miljoen.Dit is € 0,4 miljoen lager dan in 2018. Om tijd te krijgen om de nodige veranderingen door te voeren (transformatie) is het nodig om de egalisatiereserve uit de Bestemmingsreserve Programma Transities in Samenhang in te zetten.

Programma Duurzame leefomgeving
De afspraken in de Perspectiefnota 2018, stortingen € 1,3 miljoen worden in 2019 vervangen door stortingen als gevolg van beleidsambities collegeprogramma 2018-2022: Nieuw Wulven, Fort Honswijk en diverse onderwerpen (€ 1,0 miljoen) en door stelselwijziging waarbij het Jaarplan Beheer Openbare ruimte via reserves loopt in plaats van via een voorziening (0,2 miljoen). Dit resulteert een € 0,1 miljoen lagere storting in 2019 ten opzichte van 2018. Deze stelselwijziging geldt ook bij de onttrekkingen als voornaamste oorzaak waardoor deze in € 0,1 miljoen hoger zijn dan in 2018.  

Programma Goede bereikbaarheid
De stelselwijziging waarbij het Jaarplan Beheer Openbare ruimte via de reserves loopt in plaats van via een voorziening (0,2 miljoen)zorgt ook bij de reserves van dit programma voor een hogere storting in 2019 dan in 2018 van € 2,5 miljoen. Dit geldt ook voor de onttrekkingen, maar dan voor € 1,2 miljoen.

Programma Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie
De stortingen in de reserves bij algemene dekkingsmiddelen in 2019 zijn € 0,1 miljoen lager ten opzichte van 2018. Dit is het gevolg van besluitvorming bij de Perspectiefnota 2018,waarbij voor 2018 en 2019 middelen beschikbaar gesteld werden voor informatiebeleid, digitalisering en het borgen van privacy en veiligheid, respectievelijk € 0,25 en € 0,14 miljoen. Hierdoor nemen de stortingen in 2019 ten opzichte van 2018 met € 0,1 miljoen af.

De onttrekkingen aan reserves bij algemene dekkingsmiddelen in 2019 bedraagt € 4,1 miljoen ten opzichte van € 2,7 miljoen in 2018. Een onttrekking in 2019 is het gevolg van de onttrekking aan de algemene beklemde reserve op basis van de Collegeprogramma 2018-2022 (€ 2,5 miljoen). Daarnaast zijn de begrote onttrekkingen, welke voor diverse activiteiten in 2019 bij de perspectiefnota 2018 beschikbaar gesteld zijn € 1,6 miljoen lager en een onttrekking uit bestemmingsreserve economische crisis(0,5 miljoen in 2019 en 2020) veroorzaakt door de bij de vaststelling van de jaarrekening 2017 door de raad besloten teruggaaf aan de burgers.