In dit financieel perspectief wordt de uitkomst van de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 behandeld. Allereerst geven wij het totaaloverzicht van het meerjarenperspectief 2019 – 2022. In het verlengde daarvan zullen wij een inhoudelijke toelichting geven. Tevens wordt aandacht besteed aan de standen en het verloop van de reserves en de voorzieningen. De berekeningen zijn gebaseerd op de geactualiseerde kerngegevens, waarvan u aan het einde van dit hoofdstuk een overzicht aantreft.
Meerjarige financiële ontwikkeling 2019 - 2022
Voor het opstellen van het collegeprogramma 2018-2022, de begroting 2019 en de meerjarenbegroting 2020-2022 is het voor het college van belang te weten binnen welke financiële kaders de uitwerking moet plaatsvinden. Daarom heeft de raad voorafgaand hieraan het financiële kader 2019-2022 op 10 juli 2018 vastgesteld.
Op basis van dit financiële kader is de prognose voor de structurele beschikbare ruimte voor de uitwerking van het coalitieakkoord 2018-2022 'Duurzaam, ondernemend en dichtbij’ in het collegeprogramma en de (meerjaren)begroting € 0,8 miljoen vanaf 2019 en € 1,3 miljoen vanaf 2020.
De raad heeft op 10 juli 2018 het volgende besloten:
- Het financieel kader 2019-2022 vast te stellen en daarmee:
- De ondergrens van de beklemde algemene reserve voor de meerjarenbegroting 2019-2022 vast te stellen op minimaal € 20,0 miljoen.
- De programma-indeling voor de begroting voor de periode 2019-2022 vast te stellen.
- De financiële effecten te verwerken in de meerjarenbegroting 2019-2022.
- De begrotingsrichtlijnen 2019 vast te stellen.
De uitkomst van de Meerjarenbegroting 2019-2022 is als volgt:
bedragen x € 1.000 | ||||
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Totaal saldo van baten en lasten | -1.665 | -95 | -30 | -60 |
Mutaties reserves | 1.761 | 545 | 538 | 433 |
Geraamd resultaat | 96 | 450 | 508 | 373 |
In onderstaande tabel worden de begrotingssaldi na resultaatbestemming voor de begroting 2019
en de ramingen voor de jaren 2020 tot en met 2022 gepresenteerd. De financiële ontwikkelingen na de vaststelling van het collegeprogramma 2018-2022 zijn hier, anders dan in het bestuurlijk perspectief, op een meer technische wijze geanalyseerd.
Meerjarenbegroting 2019 – 2022
bedragen x € 1.000 | ||||
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
Prognose obv collegeprogramma 2018-2022 | 25 | 310 | 340 | 140 |
Financiële ontwikkelingen na de vaststelling van van het collegeprogramma 2018-2022: | ||||
- Doorrekening kerngegevens (prijs x hoeveelheid) | 17 | 135 | 112 | 82 |
- Opbouw begroting/ overige(inclusief afrondingen) | -18 | -68 | 7 | 62 |
- Onvoorzien, onuitstelbaar en onontkoombaar (3x O) | 72 | 73 | 49 | 89 |
Uitkomst Financiële ontwikkelingen na de vaststelling van het collegeprogramma 2018-2022 | 71 | 140 | 168 | 233 |
Begrotingssaldo ( gerealiseerd resultaat) | 96 | 450 | 508 | 373 |
Doorrekening kerngegevens (prijs x hoeveelheid)
Dit betreft aanpassingen van budgetten gemeenschappelijke regelingen (VRU, GGDrU, BghU en WIL, welke los van de begrotingsrichtlijnen niet systematisch met het inflatiepercentage van 2,4% verhoogd worden. De begrote bedragen worden overgenomen uit de door hun ingediende begrotingen. Deze begrotingen komen tot stand op basis van een prijs x hoeveelheidformule. Daarnaast worden de leges burgerzaken (paspoorten, rijbewijzen) op basis van geactualiseerde hoeveelheden x prijs aangepast.
Opbouw begroting/ overige (inclusief afrondingen)
Hier betreft het o.a. budgetaanpassingen, welke ontstaan door actualisatie van de staat van investeringen met de daaruit voortvloeiende gewijzigde rente- en afschrijvingslasten, actualisatie van de kosten financiering op basis van aangetrokken leningen en gewijzigde rente- en afschrijvingslasten.
Onvoorzien, onuitstelbaar en onontkoombaar (3x O)
Hier vinden budgetaanpassingen plaats op basis van het 3x O- principe, zoals opgenomen in de vastgestelde begrotingsrichtlijnen 2019. Deze aanpassingen worden alleen verwerkt als deze voldoen aan dit principe en dus onvoorzien, onuitstelbaar en onontkoombaar zijn. Voordat deze opgenomen worden vindt toetsing aan dit principe plaats.
Structureel begrotingssaldo 2019-2022
bedragen x € 1.000
Reserves en voorzieningen 2019 - 2022
IIn de tabel hieronder wordt de prognose van het verloop van de vrije algemene reserve per 1 januari van het betreffende jaar weergegeven. De provinciale norm voor de vrije algemene vrije reserve is € 50 per inwoner (€ 2.489.000 in 2019). De vrije algemene reserve is onderdeel van de beschikbare weerstandscapaciteit. Zie hiervoor de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Prognose omvang vrije algemene reserve
bedragen x € 1.000
Omschrijving | Bedrag |
---|---|
Stand per 1 januari 2018 | 2.651 |
Mutaties: | |
Resultaat jaarrekening 2017 (gedeeltelijk t.b.v. overlopende budgetten, grootste deel € 394.024 naar bestemmingsreserve economische crisis) | 189 |
Onttrekking overlopende budgetten 2017 naar 2018 | -189 |
Stand per 1 januari 2019 | 2.651 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2018 na 1ste Berap 2018 | 105 |
Stand per 1 januari 2020 | 2.756 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2019 | 96 |
Stand per 1 januari 2021 | 2.852 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2020 | 450 |
Stand per 1 januari 2022 | 3.302 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2021 | 508 |
Stand per 1 januari 2023 | 3.810 |
Mutaties: | |
Begrotingssaldo 2022 | 373 |
Stand per 1 januari 2024 | 4.183 |
Na aanleiding van opmerkingen uit de raad is er voor gekozen om in onderstaand overzicht de stortingen en onttrekkingen specifieker per reserve te benoemen.
De in de begroting 2019 opgenomen mutaties in de reserves zijn als volgt samengesteld:
Mutaties reserves
bedragen x € 1.000 | ||||||||
Omschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | ||||
Stort. | Onttr. | Stort. | Onttr. | Stort. | Onttr. | Stort. | Onttr. | |
Beklemde algemene reserve: | ||||||||
| 1.000 | |||||||
| 1.000 | |||||||
| 500 | |||||||
| 735 | |||||||
| 25 | |||||||
| 10 | |||||||
| 20 | 20 | 20 | 20 | ||||
Bestemmingsreserve mobiliteit en bereikbaarheid | ||||||||
| 1.000 | |||||||
Bestemmingsreserve Archeologie | ||||||||
| 15 | 15 | 15 | 15 | ||||
Bestemmingsreserve Initieel onderhoud Openbaar gebied | ||||||||
| 3 | 3 | ||||||
Bestemmingsreserve riolering 4 Efficiencyoverschot | 10 | 6 | 6 | 6 | ||||
Bestemmingsreserve extra afschrijving Cultuurcentrum | ||||||||
| 29 | 29 | 29 | 29 | ||||
Bestemmingsreserve organisatieontwikkeling | ||||||||
| 735 | |||||||
| 600 | |||||||
| 135 | |||||||
| 14 | |||||||
Bestemmingsreserve BOR | ||||||||
| 1.626 | 1.731 | 1.835 | 1.939 | ||||
| 1.550 | 1.550 | 2.250 | 2.250 | ||||
| 15 | 15 | 15 | 15 | ||||
Bestemmingsreserve economische crisis | ||||||||
| 500 | 500 | ||||||
Bestemmingsreserve ICT Werk en inkomen Lekstroom | 38 | 36 | 36 | 36 | ||||
Bestemmingsreserve. Programma Transities in Samenhang | ||||||||
| 200 | |||||||
| 8 | |||||||
| 102 | |||||||
| 500 | |||||||
Toekomstfonds | ||||||||
| 100 | 100 | ||||||
| 100 | |||||||
| 1.000 | |||||||
Fonds Buitengebied | ||||||||
| 2 | |||||||
Bestemmingsreserve ICT Regionale Uitvoeringsdienst | 46 | 37 | 37 | 36 | ||||
Bestemmingsreserve WWB inkomensdeel | ||||||||
| 8 | 8 | 8 | 8 | ||||
Bestemmingsreserve ICT Regionaal historisch centrum | 1 | 1 | 1 | 1 | ||||
Totaal begroting | 4.933 | 6.694 | 1.753 | 2.298 | 1.857 | 2.395 | 1.961 | 2.394 |
(Geprognosticeerde) standen reserves* en voorzieningen per 1 januari (peildatum begroting)
bedragen x € 1.000 | ||||
Omschrijving | 2019 | 2021 | 2021 | 2022 |
Vrije algemene reserve | 2.651 | 2.651 | 2.651 | 2.651 |
Beklemde algemene vrije reserve | 24.862 | 21.573 | 21.552 | 21.532 |
Concernweerstandsvermogen grondexploitaties | 6.050 | 6.050 | 6.050 | 6.050 |
Bestemmingsreserves algemene dienst* | 9.333 | 10.862 | 10.337 | 9.819 |
Voorzieningen algemene dienst | 8.896 | 9.226 | 9.020 | 9.074 |
Voorzieningen grondexploitatie | 1.470 | 1.470 | 1.470 | 1.470 |
Totaal begroting exclusief saldo 2018 en volgende jaren | 53.262 | 51.832 | 51.080 | 50.596 |
Saldo begroting 2018 na 1ste Berap 2018 | 105 | 105 | 105 | |
Saldo begroting 2019 jaarsnede 2019 | 96 | 96 | ||
Saldo begroting 2019 jaarsnede 2020 | 450 | |||
Totaal begroting | 53.262 | 51.937 | 51.281 | 51.247 |
*Er zijn nog geen bestedingsplannen verwerkt van de middelen, welke via het collegeprogramma 2018-2022 in het Toekomstfonds, Fonds Buitengebied en de bestemmingsreserve mobiliteit en bereikbaarheid gesteld zijn.
Voorgenomen investeringen 2019 - 2022
Conform de regelgeving van het BBV dient er in een begroting aandacht te worden besteed aan de Investeringen. In de financiële verordening is daarover opgenomen dat van de nieuwe investeringen het benodigde krediet wordt opgenomen en van de vervangingsinvesteringen een totaalbedrag. Voor 2019 zijn de volgende investeringen voorzien:
Vervangingsinvesteringen bedrijfsmiddelen € 1.620.819 | Termijn | Methode | |
Kleine veegmachine Hako | 122.880 | 8 | Lineair |
Smalspoortractor | 43.800 | 11 | Lineair |
Smalspoortractor | 43.800 | 11 | Lineair |
KAS4all (software) | 19.617 | 6 | Lineair |
PIV4all migratie deel 2019 | 116.376 | 6 | Lineair |
Wb interface Mycorsa Webaccess | 2.763 | 6 | Lineair |
Software Informatiseringplan | 36.518 | 6 | Lineair |
Belastingen GISVG-Heffingen/ GISVG WOZ | 29.288 | 6 | Lineair |
Milieu (GISVG Milieu) | 4.481 | 6 | Lineair |
Bouwvergunningen (GISVG-AVR) | 4.481 | 6 | Lineair |
DDS4all deel doorgeschoven naar 2019 | 17.824 | 5 | Lineair |
Gedeelte 2010 Covert-wawo/Microstation VGI (2x) Omega | 5.527 | 6 | Lineair |
Archiefstellingen kluis (full space stelling) + uitbreiding 2007 | 26.497 | 21 | Lineair |
Jeugdmonitor ( leerplicht) | 15.975 | 6 | Lineair |
Hardware ICT 3de fase(6 jr afschr.) | 146.359 | 6 | Lineair |
Hardware ICT 4de fase(11 jr afschr.) | 32.131 | 11 | Lineair |
ICT 1ste fase 2011(vervanging 2015) | 246.578 | 4 | Lineair |
Hardware ICT 1ste fase(5 jr afschr.) | 85.747 | 5 | Lineair |
Hardware ICT 1ste fase(6 jr afschr.) | 144.465 | 6 | Lineair |
Hardware ICT 5de fase(5 jr afschr.) | 17.356 | 5 | Lineair |
Telefooncentrale bekabeling | 209.215 | 11 | Lineair |
Lias Enterprise | 24.869 | 6 | Lineair |
TIM | 9.727 | 6 | Lineair |
Fis4all basis | 87.909 | 6 | Lineair |
Mobiele telefoons | 36.234 | 4 | Lineair |
PDA's | 41.942 | 3 | Lineair |
Ipads | 26.626 | 3 | Lineair |
Servers beheerssystemen | 21.834 | 6 | Lineair |
Investeringen uit het meerjareninvesteringsplan (MIP) worden niet via deze financiële begroting geautoriseerd, maar separaat ter goedkeuring aan de raad voorgelegd.
Incidentele baten en lasten 2019 - 2022
Voor het begrip incidenteel kan gedacht worden aan baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Het is daarbij van belang dat het gaat om ‘eenmalige zaken’. Een begroting of jaarrekening zal ieder jaar een bedrag van dergelijke eenmalige zaken bevatten.
In de begroting 2019 en de meerjarenraming 2020 – 2022 gaat het om de volgende posten:
Buiten deze incidentele posten zijn in de begroting ook ramingen verwerkt waarvoor niet elk jaar hetzelfde bedrag is opgenomen bijvoorbeeld verkiezingen. Bij dit budget is het budget afhankelijk van het aantal te houden verkiezingen in een bepaald jaar.
Kerngegevens 2019 - 2022
1 Het aantal woningen en inwoners is gebaseerd op de Basisregistratie Personen (BRP) per 1 januari 2018
van de gemeente Houten en de bevolkingsprognose, zie 2;
2 Bron: bevolkingsprognose Gemeente Houten Pronexus mei 2018 (bevolkingsprognose wordt eens in de twee jaar opgesteld);
3 Het verschil tussen het aantal woningen en de som van de één- en meerpersoonshuishoudens betreft vooral de incidentele leegstand van woningen (bron: BRP per 1 januari 2018);
4 Op basis van de huidige inzichten is het de verwachting dat de woonbehoefte uit de woonvisie 2016-2025 eerder dan 2025 kan worden gerealiseerd. Als gevolg daarvan is de prognose voor de periode 2018-2023 naar boven bijgesteld van 180 naar 225 woningen.